Winkelmandje

Uw winkelwagen is leeg.
Demodex canis

Demodex canis
 

Inleiding:

Demodex (canis) is een mijt, de ‘veroorzaker’ van jonge honden schurft of demodicose; een gevreesde huidklacht! Maar hoe terecht is die vrees? En, er blijkt meer aan de hand te zijn bij demodicose dan alleen een mijt infectie. Is het dan wel zo goed om te behandelen met zeer giftige middelen die zich alleen richten op het doden van de mijten? Moet er niet meer gebeuren?

U las het zojuist goed: ‘veroorzaker’ tussen aanhalingstekens! Als we bij een hond met huidklachten demodex mijten vinden betekent het eigenlijk in de meeste gevallen, dat er inderdaad meer aan de hand is dan alleen een mijtinfectie. De aanwezigheid van meerdere of veel demodex mijten betekent, dat er sprake is van een onvoldoende functionerend afweerapparaat van de hond. Die wetenschap behoort de belangrijkste leidraad te zijn voor het behandelingsplan ten behoeve van demodex patiënten. De gebrekkige afweer als oorzaak van demodicose is ook de reden waarom alleen het doden van de mijten in veel gevallen onvoldoende werkt. En in die gevallen dat het wel werkt is uiteindelijk toch meer de verbetering van de afweer van de patiënt, spontaan of door andere behandelingen, dan het giftige anti mijt middel verantwoordelijk voor het succes.
 

 

De mijt:

De demodex mijt is gemakkelijk te onderscheiden van andere mijten. In tegenstelling tot andere bekende mijten is demodex een smal langwerpig ‘visje’ met aan de voorste helft beiderzijds 4 korte pootjes (zie afbeelding hieronder). Voor alle duidelijkheid: de demodex mijten zijn niet met het blote oog te zien; we kunnen ze alleen zichtbaar maken onder een microscoop.

De infectie:

De demodex mijt maakt deel uit van de normale huidflora. Dus in principe is de mijt in zeer kleine aantallen aantoonbaar bij iedere gezonde hond, zonder dat deze klachten veroorzaakt. Demodex gaat pas problemen veroorzaken, als de mijten in aantal toenemen in haarfollikels en talgklieren. Die toename van het aantal demodex mijten laat het lichaam alleen toe als er sprake is van een gebrekkige afweer, van een erfelijke voorbeschiktheid of een onderliggende ziekte die de weerstand van de hond ondermijnt.

 

De huidklacht:

Het beeld van demodicose in zijn meest bekende vorm is: kaalheid rond de ogen, op de wangen, rond de mond, op de hals en aan de binnenkant van de voorpoten. Soms zijn er enkele korstjes, schilvers en / of rode plekken te zien, soms zien we etterende pukkels, veroorzaakt door bacteriën (Staphylococcen). Maar meestal is het een ‘schone’ kale plek. In een aantal gevallen zien we willekeurig over het lichaam 1 of enkele van die kale plekjes, bijvoorbeeld op de tenen. En wat heel belangrijk is: er is geen sprake van jeuk! Dat is een sterke aanwijzing voor demodicose. In ernstige gevallen met veel huidinfectie kan er toch sprake zijn van jeuk. We zien dan bijna een volledig kale huid bezaaid met korstjes, schilfers en etterende pukkels.

De diagnose:

De diagnose wordt gesteld aan de hand van de huidklachten (geen jeuk!) en het microscopisch beeld. Met een scherpe lepel wordt oppervlakkig wat huidmateriaal afgeschraapt en onder de microscoop onderzocht. De mijten zijn gemakkelijk aan te tonen. Dus, als er geen demodex mijten te vinden zijn in het aangetaste gebied is de diagnose al gauw gesteld: geen demodicose. Een enkele mijt is niet 100% bevestigend, maar meerdere mijten wel. Als het wemelt van de mijten, kan dat een aanwijzing zijn voor een ernstige besmetting, of beter omschreven: van een serieus afweer probleem.

In chronische gevallen kan het zijn, dat alleen een huidbiopsie uitsluitsel kan geven, maar in verreweg de meeste gevallen is een eenvoudig afkrabpreparaat voldoende om de diagnose demodicose te stellen.
We moeten altijd zoeken naar het probleem erachter. Naast het klinisch onderzoek en het microscopisch onderzoek van het afkrabpreparaat is in de meeste gevallen aanvullend bloedonderzoek minimaal noodzakelijk. Op zoek naar de klacht achter de demodicose.
 

Prognose:

Bij jonge honden is het immuunsysteem nog wat minder goed ontwikkeld; dat verbetert naarmate de hond ouder wordt. Daarom zien we demodicose het meest bij jonge honden. Vandaar de term jonge honden schurft. In minder ernstige gevallen (1 of enkele kale plekjes) zien we dan ook in 90% van de gevallen een spontane genezing zonder behandeling als de hond ouder wordt en het afweerapparaat sterker. Behandeling met de zeer giftige anti mijt middelen was / is hier dus niet nodig! Als er geen spontane verbetering optreedt naarmate de hond ouder wordt en de klachten worden alleen maar erger is het duidelijk, dat er iets anders aan de hand is en dus moeten we onze aandacht daarop gaan richten. Een nieuwe diagnose en een dito behandeling, die de werkelijke oorzaak van het probleem aanpakt. Ik heb een jonge hond op het spreekuur gehad, die na 36 (!) giftige behandelingen nog steeds demodicose had. Als er dan nog geen lampje gaat branden, dat er iets anders moet gebeuren? De conditie van zo’n hond wordt er door zo’n structurele vergiftiging vast niet beter op!

In het algemeen geldt, dat geringe demodicose (1 of enkele huidplekjes) op jonge leeftijd bij een overigens gezonde hond een goede prognose heeft. Een oudere hond, ouder dan 1 – 2 jaar, met ernstige uitgebreide demodicose heeft daarentegen een slechte prognose. Ook voor de jonge hond geldt, dat hoe heftiger het beeld, des te slechter de prognose is. Het probleem bij het bepalen van de prognose van demodicose in die gevallen is, dat we vaak niet de mogelijkheid hebben om de oorzaak van verminderde afweer te vinden, laat staan te behandelen. Soms is die ook niet te behandelen. Er spelen mogelijk erfelijke factoren een rol en daar kun je vaak weinig meer aan sleutelen. Bij honden uit het buitenland, bijvoorbeeld Griekenland of Portugal, die lijden aan demodicose, moeten we steeds bedacht zijn op een onderliggende Leishmania infectie; dat is een parasiet, die overgebracht wordt door een zandvlieg en het afweerapparaat van de gastheer volledig ondermijnt. En natuurlijk moeten we dan niet primair de demodex mijt behandelen, maar vooral de onderliggende Leishmaniose. Om de weerstand te verhogen kunnen we vooral in gevallen van demodicose goed met homeopathie uit de voeten. Samen met u zoeken wij naar het best passende middel voor uw hond om de kwaal constitutioneel aan te pakken. En het is belangrijk om de klacht tot in de wortel uit te roeien, ook met het oog op de toekomst. Niet zelden zie je dat honden die in de jeugd demodicose hebben gehad op latere leeftijd hardnekkige allergieën krijgen. Homeopathie doet op z’n minst een poging om deze problemen te voorkómen, de giftige anti mijt middelen niet in het minst.

 
 

Besmettelijkheid:

De demodex mijt komt dus overal in de omgeving voor, maar zal nogmaals alleen klachten geven bij een gevoelig patiënt. Dat impliceert ook, dat een hond met demodicose niet besmettelijk is voor zijn omgeving. Ze kunnen zonder problemen spelen met andere honden. In een nest zie je bijvoorbeeld 1 hond met demodicose terwijl de rest van het nest geen enkel probleem heeft, ondanks het dagelijkse innige contact, dat de puppies met elkaar hebben.

Behandeling:

Vanzelf genezen:

In principe zal een enkel plekje bij een jonge hond in vrijwel alle gevallen vanzelf genezen. Dat kan soms wel weken tot maanden duren. Dat betekent dat een behandeling van deze patiënten met de gebruikelijke, giftige middelen om mijten te doden vergelijkbaar is met een kanonschot op een mug, die nog niet eens (enige) dader is. Niet doen dus.

Echinacea purpurea:

In de mildere gevallen bij jonge honden kunnen we volstaan met alleen een orale behandeling met het simpele kruiden middeltje Echinacea purpurea (MacSamuel Weerstand). Aangenomen, dat de voeding goed is, er naar behoren is ontwormd en er geen andere ziekte achter de demodicose schuilt. Een voedingssupplement als Megaderm® (essentiële vetzuren, biotine, zink en selenium) kan een bijdrage leveren aan de verbetering van de vachtconditie.

Homeopathie:

In minder milde gevallen, ook bij oudere honden (> 1 jaar) moeten we proberen het best passende homeopathische middel te vinden bij de individuele hond. Natuurlijk nadat we vastgesteld hebben dat de hond overigens gezond is en er geen andere ziekte achter de demodicose schuilt die we eerst zouden moeten behandelen. De belangrijkste middelen bij demodicose zijn Sulfur, Hepar sulfur en Apis mellifica. Er moet echter zorgvuldig bekeken worden welk middel, of welk ander middel het beste past bij uw hond. Verkeerd middel betekent geen resultaat.
U kunt voor de homeopathische behandeling een afspraak maken op onze kliniek. We kunnen dan tevens vast stellen of er wel of geen achterliggende ziekte aanwezig is en indien nodig een zo veilig mogelijk ondersteunende behandeling voorschrijven.
 

Defencare®:

In de wat minder milde gevallen behandelen wij (in het begin) wel met een mijt dodend middel. De doelstelling is: de aanval van de mijten verzwakken, maar (en dat is het belangrijkste) tegelijkertijd de weerstand van de ‘gastheer’ verhogen met andere middelen. We kiezen dan in eerste instantie voor het middel Defencare® (Pyrethrine), 1 – 3 x wassen met tussentijd van 1 week. Het middel is niet officieel geregistreerd voor demodex, wel voor vlooien en luizen. Toch hebben wij er positieve ervaringen mee, en beschouwen het middel als veiliger dan Ectodex®

Stronghold®:

De tweede keus is het middel Stronghold® (Ivermectine), 1 – 3 x spot – on in de nek met tussentijd van 3 – 4 weken. Ook hier is weer de doelstelling: de aanval van de mijten verzwakken, maar (en dat is het belangrijkste) tegelijkertijd ook de weerstand van de ‘gastheer’ verhogen met andere middelen. In de Amerikaanse literatuur vond ik nog de mogelijkheid van een orale behandeling met Ivermectine, dagelijks gedurende 3 – 8 maanden. De enorme medicatie duur geeft al aan, dat we met dergelijke middelen niet erg oorzakelijk bezig zijn. Het middel Ivermectine moet niet worden toegediend bij Collies, Shelties, Bobtails, eigenlijk niet bij alle herders en kruisingsproducten ervan. Bijwerkingen Ivermectine: Speekselen, braken, nauwe pupillen, verwarring, ataxie, overgevoeligheid voor geluiden, zwakte, coma en dood.

Ectodex®:

Als derde keus geldt het middel Ectodex® (Amitraz). 1 – 3 x met tussentijd van 1 week wassen. Ook het vroegere middel Tactic® bevatte het middel Amitraz. De behandeling met Ectodex® kan het beste worden vooraf gegaan door een wassing met Allerderm Paxcutol®, als er sprake is van een ernstige bacteriële huidaandoening. Naast het bestrijden van de bacteriën (Staphylococcen), zorgt de reinigende werking van de shampoo ervoor, dat de mijten beter te bereiken zijn voor het mijtdodend middel. Het courante behandelingsvoorschrift luidt: “…..wekelijkse behandeling totdat de klachten verdwenen zijn en er gedurende 1 maand lang geen mijten meer gevonden worden….”. U zult begrijpen, dat wij deze manier van behandelen afraden, zeker als we even naar de bijwerkingen van het middel kijken en ons ook nog eens realiseren, dat we met het middel niet de oorzaak bestrijden.

Bijwerkingen Ectodex®
Slaperigheid, apathie, gebrek aan eetlust, circa 12 – 36 uur na de behandeling. Tevens kunnen optreden: diarree, braken, jeuk, veel plassen, nauwe pupillen, trage hartslag, bloeddrukdaling, trage ademhaling, ondertemperatuur, ataxie, darmverlamming, verhoogde suikerspiegel, krampen, dood. Niet zo zeer de dosis maar de overgevoeligheid van de patiënt bepaalt het wel of niet optreden en de ernst van de bijwerkingen U kunt zelf huidontsteking, hoofdpijn en ademhalingsmoeilijkheden krijgen.
 

LET OP!!!!

Wij adviseren het middel Ectodex® uitsluitend in ernstige gevallen toe te passen en dan nog slechts enkele malen in het begin. In uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld bij een oudere hond met ernstige demodicose die niet reageert op een andere meer oorzakelijke behandeling kan het zijn dat we nog een aantal keren de wassing herhalen in afwachting van een alsnog succesvolle andere behandeling. Wij zijn geen voorstander van de vele herhaalde behandelingen zoals die bij dit soort middelen worden voorgeschreven.

Allerderm Paxcutol®:

De behandeling met een mijt dodend middel kan het beste worden vooraf gegaan door een wassing met Allerderm Paxcutol® (o.a. benzoyl peroxide) als er sprake is van een ernstige bacteriële huidaandoening. Naast het bestrijden van de bacteriën (Staphylococcen), zorgt de reinigende werking van de shampoo ervoor, dat de mijten beter te bereiken zijn voor het mijtdodende middel.

Antibiotica:

Als er sprake is van een ernstige bacteriële huidaandoening, is het verstandig om de patiënt 4 – 6 weken antibiotica voor te schrijven. Als geschikte middelen kennen we vooral cefalosporine (Cefaral®) en enrofloxacine (Baytril®); laatstgenoemde middel mag niet worden toegepast bij jonge, nog groeiende honden.