CHRONISCHE NIERINSUFFICIENTIE (C.N.I.)
Vandaag wou ik het even hebben over een veel voorkomend probleem bij de oudere hond en helaas soms ook bij niet zo oude dieren. Het onderwerp is deze keer chronische nierinsufficientie.
Nierinsufficientie betekent dat de nieren hun werk niet meer naar behoren kunnen uitvoeren: afvalstoffen worden niet meer adequaat verwijderd en stapelen dan op in het bloed en het lichaam. Wanneer dit het geval is betekent dit dat de nier reeds 70 % van zijn normale capaciteit heeft verloren. Chronisch betekent in tegenstelling met akuut dat het hier om een terminaal voortschrijdend ziekteproces gaat dat onomkeerbaar is. CNI is een veel voorkomende ouderdomskwaal maar kan ook ontstaan zijn na een akute nierinsufficientie bv. ten gevolge van een infectie of een intoxicatie.
Ook sluimerende infectieziekten zoals een baarmoederonststekeing of leischmaniose kunnen de nier zodanig langdurig beschadigen dat het proces onomkeerbaar wordt. Aangeboren afwijkingen van de nieren kunnen ook de oorzaak zijn.
Wat zijn de kenmerken van CNI ?
Het eerste symptoom is meestal veel drinken en veel wateren: de urine is weinig geconcentreerd en lijkt op water. Later komen ook een slechte mondgeur, braken en diarree voor en gaat het dier niet meer willen eten. Dit komt omdat de opgestapelde afvalstoffen in de mond en de rest van het spijsverteringstelsel de slijmvliezen gaan beschadigen. Op dat moment zitten we eigenlijk al in een ver gevorderde kritieke fase die soms zeer moeilijk op behandeling reageert. De diagnose wordt gesteld door een klinisch onderzoek van de hond en door een bloedonderzoek. Een radiografie van de buikstreek kan reeds te kleine nieren tonen en dit kan een vroege aanwijzing zijn.
Kunnen we nog behandelen ?
Bij CNI is het zeer belangrijk de diagnose vroegtijdig te stellen: het betreft immers een onomkeerbaar steeds verder voortschrijdend proces dat we met een behandeling hoogstens kunnen afremmen: Genezen van CNI is dus onmogelijk en een vroegtijdige behandeling is dus zeer belangrijk. Het doel van een behandeling is dan ook het ziekteproces af te remmen en de fysieke ongemakken zo klein mogelijk te houden. Een speciaal nierdieet met beperkt doch hoogwaardig eiwit en dat vooral fosforarm is belangrijk maar nog belangrijker is dat het dier uberhaupt blijft eten: zoniet gaat het dier zijn eigen eiwitten afbreken en dit veroorzaakt nog meer afvalstoffen die de slechte nieren niet meer kunnen verwerken. Vers water moet steeds beschikbaar zijn. Verder antibraakmiddelen en eventuele diarree onder controle houden zo nodig. Bovendien is het zeer belangrijk om de hond verder in goede conditie te houden daar bv. kleine infecties een ergere opstoot in het probleem kunnen veroorzaken.
Dierenarts Van Herck Marc